Uit het straatleven gegrepen

In deze rubriek leest u hoe iemand dakloos kan raken en welke lessen hieruit kunnen worden geleerd, door individuen, instellingen en beleidsmakers.

Slachtoffer huiselijk geweld loopt tegen regiobinding aan.

Een vrouwelijk slachtoffer van huiselijk geweld vraagt om hulp bij de Achterban. Zij overnacht op dat moment in de nachtopvang van de Kesslerstichting. Zeker geen geschikte plek, tussen 65 mannen, als je op de vlucht bent voor het geweld van een man. Twee straatambassadeurs van De Achterban schieten haar te hulp. Zij luisteren naar haar verhaal, gaan met haar naar de politie en bellen naar het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), opnieuw. Zij begrijpen niet waarom de vrouw, die de vorige dag al op afspraak was geweest, geen hulp krijgt. De reden die wordt gegeven: mevrouw komt niet uit deze regio.

Bellen met instanties
Desgevraagd vertelt de ASHG medewerker dat de vrouw terug moet gaan naar waar zij vandaan komt. Dit hebben de steunpunten onder elkaar zo afgesproken. Met hulp van het CCP en een medewerker van de Kessler Stichting lukt het om de intake telefonisch te laten plaatsvinden. Er wordt toegezegd dat een medewerker van de vrouwenopvang (VO) vanuit de oorspronkelijke woonplaats van de vrouw (VO – A) de volgende ochtend om 08.00 uur weer contact zal opnemen met haar, voor een plaatsing.

Gedesillusioneerd
De vrouw wordt de volgende ochtend gebeld en krijgt te horen dat er geen plek is. De VO - A trekt zich terug en de vrouw wordt zonder overleg en per direct uitgeschreven uit de gemeente, zodat ze adresloos wordt. Een vrouwenopvang in een andere gemeente (VO – B) wil de vrouw wel helpen, maar vindt dat de VO - A de eerste stap moet zetten vanwege de binding die de vrouw met deze regio heeft. Beide VO doen niets en de vrouw verblijft nog steeds in de nachtopvang.

Wat is er goed gegaan
De ambassadeurs plaatsen het verhaal op Twitter en de vrouw krijgt hulp uit onverwachte hoek. Zij wordt na een week van onzekerheid toch opgevangen door VO – B, waar zij haar gedachten op een rij kan zetten en stappen voor haar toekomst kan gaan maken.

Conclusie
De eisen die door gemeenten en opvanginstellingen worden gesteld aan dakloze mensen voor wat betreft regiobinding werken ongewenst nadelig voor slachtoffers huiselijk geweld en roepen veel verwarring op.

================================================
Eenzaamheid, schaamte en schuldgevoel

“Hey Menno, luister. Volgende week moet je eruit want dan ga ik het huis verhuren aan een Portugees gezin.” Dat waren de woorden van mijn huisbaas. Na vijf maanden een kamer bij hem gehuurd te hebben, kwam ik zonder pardoes op straat te staan.

Ik had de huur altijd contant betaald en van een contract is nooit sprake geweest. Als je bij een verhuurder inwoont, kan hij je er zonder geldige reden uitzetten in de eerste negen maanden. Met nog één week te gaan totdat ik dakloos zou worden, ben ik wanhopig naar een kamer gaan zoeken. Maar dat is binnen zo’n korte tijd onmogelijk. En bij een makelaar kon ik al helemaal niet terecht, ik had namelijk een netto maandinkomen tussen de € 400 en € 500. Toen ik me realiseerde dat dakloosheid onvermijdbaar was, ben ik naar het JIT gestapt, het Jeugd Interventie Team. Daar heb ik een begeleider toegewezen gekregen, die mij fantastisch geholpen heeft.  Op het moment dat ik op straat kwam, kon ik terecht in de crisisopvang op de Zamenhofstraat, waar ik zowaar een kamer voor mezelf had. Ik kon komen en gaan wanneer ik dat wilde, en kreeg goed te eten. ‘Dit is zo slecht nog niet’, dacht ik. Maar mijn JIT-begeleider belde me vier dagen later en zei dat ik terecht kon in de jongerennachtopvang van de Kessler Stichting.

Leven van tosti’s
Een beetje zenuwachtig en met een hol gevoel in mijn buik belde ik aan. Wat een wereld van verschil met de crisisopvang op de Zamenhofstraat. Opeens sliep ik met vijf andere jongeren op een kamertje dat kleiner was dan ik in de crisisopvang voor mezelf had. Toen ik vroeg of ik naar buiten kon om even naar de supermarkt te gaan, werd er kortaf tegen mij gezegd: “Of je gaat morgenochtend weg en we zien je morgenavond weer terug, of je gaat nu weg en we zien je niet meer terug.” Die eerste nacht heb ik niet geslapen, zo benauwd en ongelukkig voelde ik me.

Toen ik 18 was, stond ik ook al een keer op straat. Ik was toen bij mijn ouders weggelopen, die destijds in het buitenland woonden. Toen heb ik er alles aan gedaan om hogerop te komen. Ik begon met slapen op een matje in portieken en na een half jaar woonde ik in een caravan op een camping in Amsterdam. Maar de manier waarop ik aan mijn geld kwam was op z’n minst dubieus. Ik leefde toen volledig buiten de maatschappij. Deze keer ga ik het anders doen, was mijn voornemen. Ik werkte op het moment dat ik de nachtopvang in ging als schoonmaker op een middelbare school. Aangezien dit na schooltijd was, tussen 17.00 en 19.00 uur, miste ik iedere keer het avondeten in de nachtopvang. Ik moest leven van tosti’s. Uiteindelijk kon ik de baan niet meer volhouden en heb ik ontslag moeten nemen. Waarom werd ik niet ondersteund toen ik dat nodig had? Dit was toch die zogenaamde hulpverlening?

Gedesillusioneerd
Na drie maanden nachtopvang was ik weer de oude. Dat wil zeggen: dezelfde jongen die ik in Amsterdam was. Het is zo gemakkelijk voor een mens om zich aan te passen aan zijn leefsituatie. Van mijn goede voornemens - werken, positief blijven en niet hosselen - was niks meer over. Gedesillusioneerd was ik. Waar ik hulp verwachtte kreeg ik niks, waar ik niks nodig had kreeg ik hulp. Ik denk dat mensen die nooit dakloos zijn geweest, niet kunnen begrijpen hoe dat voelt. De eenzaamheid. De schaamte. Het schuldgevoel. En het niet kunnen beschikken over je eigen toekomst. Hoe oprecht medeleven ook is, deze gevoelens hebben altijd als een muur tussen mij en mijn begeleiding gestaan. Ik heb eens ergens gelezen dat mensen zich in een periode van drie maanden volledig kunnen aanpassen en wennen aan de meest radicale veranderingen in hun leven. Alleen kost het terugveranderen ontzettend veel moeite en wilskracht. Mijn verblijf in de nachtopvang heeft me precies genoeg tijd gegeven om me als een dakloze te voelen. Nu heb ik een woning, maar ik voel me nog steeds dakloos, nog steeds een zwerver.

Aanbevelingen voor betrokkenen en beleidsambtenaren

Zet ervaringsdeskundige hulpverleners in, die de ervaring uit hun eigen leven kunnen    toepassen binnen hun werk, want met iemand meevoelen is niet het zelfde als iemands gevoelens begrijpen;

Laat jongeren niet te lang in de nachtopvang zitten, dit doet niemand goed;

Start intensieve begeleiding in de nachtopvang en niet pas als jongeren in een instelling wonen;

Vaak kennen jongeren hun rechten en plichten niet, wijs ze hierop voordat een hulpverleningstraject begint;

Help jongeren toch gewoon aan een woning als ze dakloos raken, dan hoeven ze zich ook niet aan te passen aan het leven op straat (Housing First!).

Wat ging er goed?

Het JIT reageerde snel en adequaat, en had zo een plek voor mij gevonden.
================================================